Profielen

Leerlingen kunnen op het vmbo kiezen uit tien verschillende profielen. In elk profiel oriënteren de leerlingen zich op mogelijke vervolgopleiding en het werk dat ze uiteindelijk willen doen. Het gaat om de volgende profielen:

Economie & ondernemen (E&O)

Het profiel E&O bereidt leerlingen voor op een commercieel beroep waarbij ze leren wat er in bedrijven gebeurt. E&O past bij leerlingen die creatief en ondernemend zijn, graag contact met mensen (klanten) maken of het leuk vinden om met cijfers en geld te werken. Voorbeelden van deze beroepen zijn verkoper, magazijnmedewerker, modespecialist, etaleur of marketing- en communicatiemedewerker.

Horeca, bakkerij en recreatie (HBR)

Het beroepsgericht profiel HBR is, zoals de naam al zegt, gericht op de gastvrijheidsindustrie. In het profiel maken leerlingen kennis met alle facetten van deze industrie. Ze leren onder meer koken voor gasten, maaltijden serveren en mensen onderhouden. Na dit profiel kunnen leerlingen zich in een van de richtingen specialiseren of een brede opleiding blijven volgen richting het mbo.

Zorg en Welzijn (Z&W)

Het profiel Z&W is voor leerlingen die graag met mensen om willen gaan. Met een diploma Z&W kunnen ze een opleiding gaan volgen in de zorgsector, het welzijnswerk, de uiterlijke verzorging, de horeca en facilitaire dienstverlening, het toerisme, de sport of de laboratoriumtechniek.

Groen

Het profiel Groen is een brede opleiding waarin leerlingen aan de slag gaan met planten, dieren en voeding. Ze leren over producten uit de groene sector: telen op het land, verwerken en bereiden, transport en verkoop. Ze krijgen les in het aanleggen van groen, bijvoorbeeld voor tuinen of parken in de stad. Ook verzorgen ze dieren en kunnen ze kiezen voor lessen in bijvoorbeeld styling (bloem), koken en techniek.

Bouwen, wonen en interieur (BWI)

In het technische profiel BWI maken leerlingen kennis met alle facetten van het bouwproces: van ontwerp tot product. Ze leren basisvaardigheden aan en doen basiskennis op. Ze worden nog geen volleerd metselaar of timmerman: hiervoor moeten ze verder leren op het mbo.

Produceren, installeren en energie (PIE)

In het profiel PIE komen installatietechniek, elektrotechniek en metaaltechniek samen. Aan de hand van tekeningen leren de scholieren hoe installaties en producten in elkaar zitten. Die tekeningen en producten moeten ze ook zelf maken. Beroepen die passen bij dit profiel zijn: werken in de metaalindustrie, loodgieter, elektricien, installateur.

Mobiliteit en transport (M&T)

Alles wat met vervoer te maken komt terug in het profiel M&T: van een fietsband plakken tot een route voor een vrachtwagen plannen en van een motor repareren tot lampen afstellen.

Media, vormgeving en ICT (MVI)

Het profiel MVI is iets voor leerlingen die creatief zijn en graag met computers werken. Ze leren onder andere verpakkingen maken, PR-uitingen verzorgen en eenvoudige netwerken aanleggen.

Maritiem en techniek (MaT)

Op vier scholen in Nederland wordt het profiel maritiem en techniek gegeven. Het bereidt leerlingen voor op een wereld in de scheepvaart en alles wat daarmee te maken heeft.

Dienstverlening en producten (D&P)

Naast de ‘traditionele’ beroepsgerichte profielen heeft het vmbo ook een oriënterend profiel: D&P. Dit profiel biedt leerlingen de mogelijkheid hun keuze uit te stellen en zich breed te oriënteren op de wereld van arbeid en beroep. Door allerlei opdrachten uit te voeren, leren ze zichzelf kennen en leren ze keuzes maken. D&P is niet aan één sector of werkveld geboden.

Beroepsgerichte keuzevakken

Naast het profielvak volgen leerlingen beroepsgerichte keuzevakken. Met deze beroepsgerichte keuzevakken kunnen ze hun keuze verdiepen (meer van hetzelfde) of verbreden. Leerlingen die erachter komen dat ze toch een profielvak hebben gekozen dat niet bij hen past, kunnen zich door de beroepsgerichte keuzevakken oriënteren op andere richtingen. Leerlingen die zeker weten dat ze de juiste keuze hebben gemaakt, kunnen zich door de beroepsgerichte keuzevakken verder voorbereiden op het mbo. Daarmee kunnen ze mogelijk voordeel behalen op hun mbo-opleiding.

LOB: loopbaanontwikkeling en begeleiding

Vmbo-leerlingen moeten best veel keuzes maken in hun jonge leven. Natuurlijk worden ze daarbij geholpen. In elke leerweg wordt aandacht besteed aan LOB: loopbaanontwikkeling en begeleiding. Hierdoor leren leerlingen zichzelf kennen, ontdekken ze waar hun passie en talent ligt en leren ze keuzes maken.

Je hoort vaak: Nederlandse leerlingen moeten veel te vroeg in hun leven keuzes maken voor de rest van hun leven. Voor het vmbo gaat dat niet op: leerlingen kiezen wel voor beroepsgerichte programma’s, maar ze kunnen altijd switchen van keus, zonder vertraging op te lopen. Vmbo-leerlingen leren vaak door te doen. Beroepsgerichte programma’s zijn voor hen ook een manier om theoretische begrippen en onderwerpen onder de knie te krijgen, waar anderen dat alleen uit een boek leren.

Downloads